vrijdag 31 maart 2017

Leiden

proefstuderen bij Geschiedenis in Leiden - heerlijk!!

(en ik onderwijl genieten van de Hortus, vlakbij...
met té veel zon om goede foto's te nemen, overigens)


       


maandag 27 maart 2017

Adam Smith

vandaag het tijdvak van de Verlichting afgesloten
met nog een laatste telg, een representant zelfs van
de zgn. Schotse Verlichting: Adam Smith - vader
van het moderne kapitalisme !

met meer dan grondige nuance overigens voor
wat de man werkelijk heeft gesteld, destijds

niet dus de karikatuur die men van hem
in 19de en 20ste eeuw gemaakt heeft -

want er was meer dan de Wealth of Nations
veel ook dat hij - eigenhandig! - in het vuur
heeft gegooid, vlak voor z'n dood!!

- té revolutionair voor zijn tijd? - 

gelukkig niet de Theory of Moral Sentiments
zijn niet te veronachtzamen ethische complement
van het economische succesverhaal (daar zoemen
we volgende week nog wat nader op in!...)

hoe zou het toch komen dat dat ondergesneeuwd
is geraakt?... - raráa

maar gelukkig helpen zelfs de Chinezen
om het tij te keren - kijken!!






zondag 26 maart 2017

Mijmeringen (3)

De oude man, die een minuut geleden nog in zichzelf had zitten dromen, kreeg het gevoel door de danseres betrapt te zijn en keek beschaamd naar beneden. Maar al snel maakte ook dat gevoel weer plaats voor nieuwsgierigheid, en het feit dat het vacuüm in zijn doorweekte hart nog steeds naar wat vreugde verlangde, en dus keerde hij zijn blik weer schuchter naar het toneel. En hij keek. En hij keek. En hij keek tot hij zijn ogen voelde tranen. Want nooit eerder in zijn leven had hij zoiets moois en teders gezien. In zijn ogen was zij een fee, een kostbaar juweel dat de wereld nog niet had ontdekt, een diamant diep in de aarde, die in dit theater haar dagen al dansend verdeed.

Haar dans leek geïnspireerd op een stukje uit het zwanenmeer: de zwarte zwaan. Hij had dat wel eens bekeken, maar had het toen ook al vrij snel voor bekeken gehouden. Maar hier bleef hij, hier voelde hij zich thuis, in dit kleine, benauwde kamertje, dat door haar dans een paleis werd van parelmoer en geluk. Hij voelde zich weer een kind, voor heel, heel eventjes een kind, en dit was zijn sprookje. Want in iedere soepele beweging van haar armen, benen en ogen, school zoveel meer dan een beweging, dan een dans… Voor hem verpersoonlijkte zij de schoonheid, de grootsheid van het leven, een grootsheid die hijzelf nooit had gehad… Voor hem was zij een muze, in de roes van dans en spel vervaagden de grenzen van zijn eigen beknopte leven, zoals ook de beknoptheid van de zaal verdwenen was, zodra hij in haar ogen had gekeken. Want als hij alle grenzen, alle beperkingen van zijn eigen leven heel even kon vergeten, kon vergeten om naar haar te kijken, dan zag hij het leven, in de roes van dans en spel.

En na de roes kwam weer het verleden. Hij zag zichzelf aan tafel (het was al veertig jaar geleden) De wind gierde, buiten regende het pijpenstelen. Bang keek hij naar boven, naar de torende man die voor hem zat: zijn vader. Ach, hoe bang was hij eens van zijn vader! Welk een angst, welk een onderdanigheid… Had hij er heel zijn leven lang niet onder geleden? En kon hij soms beweren van hem evenveel te houden als van de danseres die voor hem stond? Nee, hij kon het niet…

En de oude man zag zichzelf op zijn werk. Zijn zielige, heilloze werk! Hij was klerk. “Ambtenaar” noemt men dat. Jaar na jaar, week na week, uur na uur zat hij daar, voor zijn bureau, en sorteerde en verwerkte papier. Al die tijd had hij wat van zijn leven kunnen maken, al die tijd had het mooi kunnen zijn, al die tijd had hij ook door het leven kunnen dansen, door het leven kunnen walsen, maar hij zat daar maar, terwijl hij al die tijd verdeed, en het door verdane tijd verving.

En de oude man zag, gezeten op zijn stoel, de eenvoud van zijn leven voor zich. Hij keek in de diepten van zijn hart maar vond niets, niets dat de schoonheid en de grootsheid van de danseres wat kon verzachten. Niets dan het feit zijn leven verspild te hebben, niets dan het feit niet beter dan “middelmatig” te zijn geweest. Hij keek naar zijn hart, maar vond er niets dan leegte, een vacuüm dat nooit met enige liefde was gevuld, slechts stilte, en een diepe, diepe duisternis. En terwijl hij dat besefte, op de donkere tribune gezeten, tegenover haar verblindende licht, vulden zijn ogen zich met tranen, en werd het gat in zijn hart gevuld met droefenis.

Dat is, volgens mij, waar hij die laatste dag van zijn leven aan dacht. Aan dat bijzonder zoete moment, op een druilerige regendag in Antwerpen. En in zijn ogen, die verstard naar boven keken, en waaruit alle kleuren waren verdwenen, als waren ze langzaam doodgebloed, in die ogen meende ik een laatste vonk te zien, een laatste vonkje leven, als was het een danseres die daar nog danste, in het rond…

En mijn vermoeden leek bevestigd te worden, want net toen de vonk in zijn ogen een laatste keer oplaaide, als maakte de danseres een laatste pirouette, trok hij mij met een ongekende kracht naar zich toe. En terwijl zij zich elegant naar haar publiek draaide, en hij van zijn stoeltje opstond om applaus te geven, drukte hij mij tegen zich aan. En terwijl zijn betraande ogen naar het licht (haar licht!) of naar dat van de kaarsen keken, fluisterde hij stilletjes maar vastberaden in mijn oor: “Leef!”

En hij legde zich weer neer, en stierf in rust en vrede. En de danseres maakte een laatste buiging, en het doek viel stilletjes naar beneden. En al wat die nacht overbleef, die ene nacht in december, waren ik, mijn broers en de stilte.



~THE END~


zaterdag 25 maart 2017

Mijmeringen (2)

Maar misschien, heel misschien, dacht hij wel terug aan die ene dag in mei, toen hij door de verlaten straten van Antwerpen dwaalde, waar het die dag zo hard regende dat iedereen het had vermeden op straat te komen. Ja, iets in mij zegt mij dat het daar was dat zijn geest rondwaarde, want al vaker had hij verhaald over die regendag in mei. Hij was, plots overvallen door een storm, verdwaald geraakt, en moest met verweerde hoed en aan flarden hangende paraplu over door de regen vervagende paden dwalen, als een fantoom in de mist. “Wel verdomme!” mompelde hij, “Zo geraak ik nu toch nooit thuis!”

De regen hing als een schemerige sluier van door druppels geregen draden voor zijn ogen, en benam hem alle zicht. Doorzetten, dacht hij, doorzetten, dan kom je er wel! Maar hoezeer hij zijn geest ook vermaande, zijn lichaam kon de uitputting niet langer meer aan. Onder het afdak van een klein theatertje probeerde hij weer op krachten te komen, om vervolgens zijn dodentocht te vervolgen. Maar was het omwille van de warmte, de aangename gloed of het in vergulde letters uitnodigend geschreven Welkom! op het raam dat hij uiteindelijk besliste naar binnen te gaan, of had het mismoedige weer bij hem enige nood, enig verlangen naar wat vreugde opgewekt? Ik weet het niet. Wie zal het ooit weten?

Feit is dat hij, koud en verkleumd en door en door nat, naar binnen ging, een kaartje kocht en zich terugtrok in een van de vele kleine zaaltjes van het theater. Hij zette zich neer op een stoeltje in de hoek van het vertrek, ontdeed zich van zijn jas, en klopte het water uit zijn kapotte paraplu, als een hond die zich uitschudt na zijn bad. Zijn hoed deed hij af, en hoed en paraplu kregen een plaatsje op zijn schoot.

Hij nam de ruimte, niet minder klein en beknopt dan een minimalistisch schilderij (maar gelukkig wel wat mooier) eens goed in zich op. Het warme licht, dat uit een paar lampen boven zijn hoofd straalde, stond zacht en zette het vertrek in een knusse, rode gloed. Het gaf het geheel iets huiselijks, iets pittoresk… Het deed bij hem een oud en diep gevoel herrijzen, dat hij niet kon duiden, maar waarvan hij zeker wist dat het er was. Het beste kon hij het vergelijken met het gevoel dat kleine kinderen schijnen te hebben, als ze stil en zwijgzaam luisteren naar het gebons van hun moeders hart. Dat oude oergevoel, dat iedereen wel eens gehad moet hebben, dat deed het bij hem herboren worden. Dat gevoel, dat iedereen wel eens een tweede keer moet kunnen beleven, als men zich maar laat baden in het zachte licht, in de beslotenheid van de baarmoeder van een kleine theaterzaal, dat diepe, tedere en veilige gevoel deed het bij hem herleven.

En toen, terwijl hij daar zo zat te staren, door zijn eigen gedachten in beslag genomen, gleden langzaamaan de gordijnen open. En als een eenzame ster, die plotseling aan de zwarte hemel verschijnt, stond daar opeens een wonderschone vrouw op het podium. Een korte witte rok, un tutu romantique, van zeer fijne, witte mousseline droeg zij, die tot aan haar kuiten reikte. Haar haar was blond en samengebonden in een knot, haar wangen leken zacht en haar ogen oogden jong. Haar hals was slank en mals en haar schouders niet te breed. Haar lichaam was als water, van een wat bleke maar tegelijk zeer heldere kleur, en alles aan haar was zacht, en rond, en harmonieus… Haar ogen leken wel diepe poelen, van het donkerste en het zuiverste zwart. Neen, geen zwart, eerder diep en donker blauw, als parelende druppels morgendauw. Zo waren ze, en ze lagen onder zware wenkbrauwen gevangen. En nadat ze was opgekomen begon ze te dansen.



[wordt vervolgd]

Write Now!

vertelde ik al dat Golo de tekst "Mijmeringen"
heeft ingezonden voor de wedstrijd Write Now!?

ja dus!

(waarmee we meteen ook het - prachtige - werk van Charlotte
Van den Broeck en Jonathan Griffioen leerden kennen!...)









zaterdag 18 maart 2017

Mijmeringen (1)


※Mijmeringen※ 

~  ~  ~

Ah, distinctly I remember it was in the bleak December,
And each separate dying ember wrought its ghost upon the floor…
- The Raven, door Edgar Allan Poe -




Het waren de laatste dagen van het jaar. De herfst had al lang geleden de strijd met de winter opgegeven. De takken die zo-even nog trots getooid gingen in gele, gouden of in rode tinten, namen nu genoegen met een sobere mantel van witte sneeuw. Waar vroeger nog zwermen vogels vlogen, hun exodus naar Afrika beginnend, en men de lucht soms voelde trillen van hun schelle gekraai en gekras, leek nu de stilte als een zware domper over de velden te liggen, en snoerde de ijzige kou mens en dier de mond. Moeder Natuur leek wel een teken te hebben gegeven, want waar vroeger het leven nog weelderig tierde en de diertjes elkaar in het groen versierden, stonden nu kale struiken, en bomen die van dichtbij geraamtes bleken. En kwam het door de speling van het lot, of door dat vreemde verschijnsel dat “toevalligheid” heet, dat ook bij ons op die kille decembernacht de dood was binnengetreden? Ik weet het niet. Wie zal het ooit weten? 


In de kleine eikenhouten kamer, die slechts spaarzaam werd beschenen door het schijnsel van een kaars en de zachte, zilveren stralen van de maan (de stervende verdroeg immers geen fel licht) stonden ik, mijn vriendin en mijn broers, al even onbeweeglijk als het oude meubilair en de vergulde slingerklok, wat verlegen naar beneden starend om het bed van onze oude vader heen. De enige geluiden die een flauwe poging ondernamen om de ongemakkelijke stilte te verbreken, waren het ritmische getik van de klok, het zuchten van de wind, en de onsamenhangende woorden die onze vader in zijn doodstrijd sprak. 


Woorden? Klanken zeg ik beter. Gemurmel, gemurmel in de oren van mijn broers, en ongetwijfeld ook in die van iedereen die hem had kunnen horen… maar niet in die van mij. Neen, ik hoorde een man die een revisie gaf van zijn leven, een retrospectief van zijn verleden, en inwendig terugdacht aan al die jaren die hij levend had doorgebracht. Die soms stotterende, dan weer weifelende klanken, waren slechts vage pogingen die de oude man ondernam om zijn gedachten op een rijtje te zetten. Mijn broers zagen een man die zich voorbereidde op de dood. Ik daarentegen, zag een man die terugdacht aan het leven. 


Waar zou hij die donkere nacht zijn laatste uren aan hebben besteed? Hield hij een minuut stilte bij de gedachte aan de dood van zijn eigen vader, zestig jaar geleden, of dacht hij misschien aan de dagen dat hij als student door de steden dwaalde, opzoek naar een onderkomen? Spookte zijn vrouw, ook allang overleden, door zijn hoofd, of die van andere leden van zijn gezin? Dacht hij met weemoed terug aan dat hoogst miserabele leven, waarvan hij de meeste tijd had gedood met het slijten van ellenlange uren op een kantoor in Den Haag, of was hij eerder opgetogen dat het nu eindelijk, eindelijk voorbij was, en het eeuwige, eeuwige zwart hem voor eens en voor altijd zou omarmen, en hij rust zou mogen vinden in het graf? Ik weet het niet. Wie zal het ooit weten? 


Maar misschien, heel misschien, dacht hij wel terug aan die ene dag in mei, toen hij door de verlaten straten van Antwerpen dwaalde, waar het die dag zo hard regende dat iedereen het had vermeden op straat te komen. Ja, iets in mij zegt mij dat het daar was dat zijn geest rondwaarde, want al vaker had hij verhaald over die regendag in mei...


[wordt vervolgd]

vrijdag 17 maart 2017

Pastoe

tweede keer open dag aan de HKU morgen, gaan we kijken
(na onze allereerste kennismaking in november) heel gericht
naar de plek waar de Basisopleiding Beeldende Kunst & VG
zal worden gegeven volgend schooljaar 

in de (al helemaal verbouwde?...) Pastoefabriek
vlakbij de watertoren aan de Vaartsche Rijn in Utrecht

zoonlief is al aangemeld... nu nog even fine tunen of dat wel
blijft bevallen daar ter plekke... of z'n portfolio al op orde is...
dat soort zaken...







Smart Cities

nadenken over de multiculturele én de slimme stad -
deden we gisteren voor Maatschappijwetenschappen
en vandaag voor Aardrijkskunde

met heel erg boeiende en vooral inspirerende filmpjes
als deze... (en ook wat VPRO-tegengas, heel even...)






woensdag 15 maart 2017

Jefferson

mooi portret gezien over de belangrijkste "founding father" 
van de Amerikaanse onafhankelijkheid - tevens 3de president:
Thomas Jefferson - prachtige figuur!




vrijdag 10 maart 2017

Reinwardt !

morgen open dag van de Reinwardt Academie!
willen we ook 'ns onderzoeken - of dat wat kan zijn
misschien...

en daarna naar de OBA... - al even leuk!!
(kijken of er boeken zijn die nuttig zijn
voor het Profielwerkstuk...)

dagje Amsterdam dus, aan de 2de-handsboeken 
van de Oudemanhuispoort lopen we vast ook
'terloops' voorbij...





donderdag 9 maart 2017

Veertien

van dezelfde regisseur, ontdekken we...
(die Friedrich ein deutscher König maakte)
is er ook Veertien Dagboeken van WOI...

Jan Peter - Duits documentairemaker
willen we onthouden...

veertien verhalen, van mensen overal in Europa
wat de oorlog voor elk van ze betekend heeft...

mooie invalshoek!





Große Fritz

Friedrich der Große...

een ARTE/WDR (e.a.) documentaire 
gemaakt n.a.v. de 300jarige verjaardag
van zijn geboorte, in 2012...

ganz auf deutsch !






woensdag 8 maart 2017

Chovansjtsjina

zal wel mooi geweest zijn, het theaterstuk over de terechtstelling
van de Streltsy, in 1698 - de werkelijkheid daarentegen...

Peter I de Grote - grote?? - die eigenhandig enkele opstandelingen
het hoofd afhakte, of zelfs: in stukken hakte...




en die later ook - in 1718 - zijn eigen zoon zou laten terechtstellen
vijfentwintig zweepslagen, tot op het bot... en nog eens vijftien...
waaraan de jongen tot slot bezweek...

nee, 'groot' kunnen wij Peter I van Rusland echt niet noemen

onthutsend was het, onze eerste kennismaking met de man
die altijd ronkend "de vernieuwer" wordt genoemd, die Rusland 
uit de donkere middeleeuwen zou hebben bevrijd en het mee zou 
hebben gestuwd in de vaart der "moderne" volkeren...



was het onder hem dan écht zoveel beter dan onder zijn voorgangers?

en mensenlief, wat hebben we dringend meer inzicht nodig
in de Russische, in de Zweedse, in zoveel àndere geschiedenissen...
die door het actuele eindtermen-aanbod nauwelijks worden aangeboord

een wereld gaat voor je open!

(Poetin begrijpen? - eerst eens deze documentaire zien!)




dinsdag 7 maart 2017

Il Principe

flink aan het lezen in "De Heerser" vanmiddag
nadat we vanochtend de documentaire zagen
en grondig inzoomden op dit - nog immer
actuele! - werk van Niccolo Machiavelli

om dan weer morgen Frederik II te leren kennen
die tweehonderd jaar later ongeveer zijn eigen
"Ànti-Machiavel" schreef...

boeiende tijden!






maandag 6 maart 2017

Fort Europa

bij het begin van een nieuw lessenblok -
van Krokus- tot Meivakantie zeg maar -
een gloednieuw project opgezet waarin
verschillende vakken samenkomen:

lezen, spreken, schrijven voor Nederlands en Engels, 
reflecteren binnen Maatschappijwetenschappen e.d.m.

alles n.a.v. de film die we voor de vakantie nog zagen
over de vluchtelingencrisis, hoe die wérkelijk leeft
op een eiland als Lampedusa...

in de nasleep daarvan immers deze Leo Lucassen ontdekt
in een debat over dezelfde problematiek op de radio...

heel boeiend wat hij (en anderen) daarover te vertellen hebben
of liever: open te breken - altijd weer herhaling van diezelfde
pro's en contra's... dat gaat op den duur vervelen, immers!!

een prof uit Leiden, die ook een interessant boek schreef met
een vakgenoot uit Nijmegen - Voorbij Fort Europa...

is Golo net in begonnen, na de intro vanmorgen, 
zijnde het beluisteren van deze vijf hoorcolleges...