en intussen wordt, dat vergat ik nog te zeggen, ook flink doorgeschreven
aan een nieuw literair project: zeshonderdzesenzestig sonnetten schrijven
(666??... ambitie?... puur voor het plezier van de alliteratie!)
- - -
Vaarwel aan Faust
De Lente waarvan dit diep droevig vertelsel,
vlammend verhalend verhalen vertelt,
die is al sinds zeer lange tijd voort gevlogen,
voor lange tijd met geweld neer geveld.
Aan welke der zeven verboden Hoofdzonden,
ben ik zo stom onbezonnen begonnen,
dat mij dit kwaad, kordaat aangedaan,
eens overwonnen, nog kon verwonden.
De koude van de Winter is stilaan nabij,
de Druiven der Gramschap zijn echter nog rijp,
en vermoeid van de moeizame tocht spreekt hij:
“Voorgoed is die vreugdevolle Lente voorbij,
‘t genot van de vrienden, de lied’ren, de wijn,
laat varen alle hoop en stille troost voor mij.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten